Soms kan het voorkomen dat iemand met een WGA-uitkering gedurende de looptijd daarvan in aanmerking komt voor een IVA-uitkering, omdat alsnog sprake is van duurzame volledige arbeidsongeschiktheid. Maar geldt dan een ‘wachttijd’ of is per direct sprake van een IVA-recht?
In artikel 48 Wet WIA is het volgende bepaald:
“(…)
Indien op de dag, bedoeld in artikel 47, tweede lid, geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering is ontstaan, ontstaat het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op de dag dat de verzekerde duurzaam en volledig arbeidsongeschikt is, indien hij op de dag daaraan voorafgaand:
a.recht had op een WGA-uitkering;
(…)”
Hieruit volgt dus dat in dit geval geen sprake is van een nieuwe wachttijd: de verzekerde kan per direct aanspraak maken op een IVA-uitkering (scheelt toch weer 5% voor de verzekerde). Maar wat geldt “als de dag dat de verzekerde duurzaam en volledig arbeidsongeschikt is”?
Om het antwoord op die vraag te geven is het eerst relevant op welke gronden alsnog sprake kan zijn van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.
Dat kan op basis van twee verschillende gronden:
- Verzekeringsgeneeskundige gronden; n.a.v. een herbeoordeling blijkt de arbeidsongeschiktheid wel (volledig en) duurzaam te zijn;
- Arbeidsdeskundige gronden; n.a.v. een herbeoordeling zijn er geen functies te duiden en de eerder vastgestelde beperkingen waren en zijn nog steeds duurzaam.
Het UWV hanteert het volgende beleid voor de ingangsdatum van de IVA-uitkering:
Hoe zit het met de ingangsdatum als het UWV onzorgvuldig te werk gaat?
In de zaak waarin de rechtbank Gelderland op 30 maart 2021 een uitspraak heeft gedaan, stond de volgende vraag centraal: mag het UWV de ingangsdatum van de IVA-uitkering "prikken" op de datum van het onderzoek als het UWV ‘nalaat’ tijdig een professionele herbeoordeling te doen?
De rechtbank gaat eerst in op het beleid ten aanzien van het vaststellen van de ingangsdatum van een IVA-uitkering (zie daarvoor het schema hierboven en een verdere toelichting op dat beleid en deze uitspraak van de Raad) en stelt vervolgens dat in dit geval de datum van het onderzoek op grond van de herbeoordeling op initiatief van het UWV niet als ingangsdatum aangewezen kan worden, omdat kort samengevat:
- Het UWV nalatig is geweest tijdig de professionele herbeoordeling te doen, de verzekeringsarts van het UWV had namelijk geïndiceerd dat in april 2016 een herbeoordeling aan de orde zou zijn;
- Vervolgens is de professionele herbeoordeling pas begin 2018 (!) door het UWV opgepakt en is bij deze herbeoordeling onvoldoende zorgvuldig onderzoek gedaan naar de datum van de medisch (verslechterde) toestand van de betrokkene;
Om die reden voorziet de rechtbank zelf in de zaak en stelt op grond van het beschikbare medisch dossier de ingangsdatum op 1 mei 2017 (scheelt toch weer een klein jaartje doorbelasting van de WGA-uitkering voor de (ex-) werkgever).
Gemiste kans voor de (ex)werkgever en/of zijn verzekeraar: als zij de datum van de professionele herbeoordeling hadden geagendeerd, dan hadden zij hierop kunnen aansturen bij het UWV. Aangezien de wachttijden - ook van de professionele herbeoordelingen - natuurlijk alleen maar meer oplopen door het enorme tekort aan verzekeringsartsen bij het UWV, is het raadzaam om als financieel verantwoordelijke (ex-)werkgever de herbeoordelingen goed in de gaten te houden.